Poker termen: Belangrijkste termen & betekenissen
Als pokeraar is het belangrijk om goed te begrijpen wat verschillende termen in het poker betekenen. Je kunt namelijk pas goed tactisch spelen en strategieën inzetten wanneer je weet wat bepaalde termen inhouden. Daarom lees je hier de belangrijkste poker termen inclusief betekenissen per letter!
Letter A
- AA: De beste hand in Texas Hold’em: een paar azen (AA).
- Actie(s): De acties / gebeurtenissen aan tafel, zoals folden, checken en raisen.
- Add-on: Het kopen van extra chips bovenop je huidige hoeveelheid chips tijdens een pokertoernooi.
- Aggressive: Dit is een bepaalde manier van spelen, welke als ‘agressief’ wordt bestempeld. Pokeraars die deze strategie hanteren zullen regelmatig betten en raisen (inzetten en verhogen).
- AK: AK staat voor Aas-Koning, en is een van de beste starthanden.
- All-in: Alle resterende chips worden door een speler ingezet.
- Ante: Een verplichte blinde inzet voor alle meespelende pokeraars, voordat er kaarten zijn uitgedeeld.
Letter B
- Backdoor: Twee kaarten nodig hebben om een combinatie te maken (in plaats van één kaart).
- Bad Beat: Verliezen in een situatie wanneer je veruit de favoriet was om te winnen.
- Bankroll (Management): Je bankroll is je totale poker geld. Bankroll Management is het beheer van dat geld.
- BB: Dit staat voor Big Blind en is de blinde inzet van de tweede speler na de dealer. Dit bedrag moet worden ingezet voordat de kaarten worden ontvangen.
- Bet: Een actie tijdens pokeren waarbij de eerste speler links van de big blind chips inzet.
- Big Slick: Synoniem voor de starthand Aas-Koning (AK).
- Big stack: De spelers met de meeste chips.
- Blinds: Verplichte inzetten vooraf aan ronde: Big blinds, small blinds, en ante.
- Bluff: Een strategie waarbij het doel is om andere spelers te laten geloven betere kaarten te hebben dan je in werkelijkheid hebt, zodat tegenstanders floppen en jij wint.
- Board: De gemeenschappelijke kaarten op tafel.
- Bottom pair: Met een kaart uit je hand een paar (pair) maken met de laagste kaart op het bord.
- Bounty: Het ontvangen van een beloning door het uitschakelen van bepaalde andere spelers.
- Brick: Een kaart die op de turn of flop valt en niet belangrijk is voor de hand.
- Broadway: De hoogst mogelijke straat: A-K-Q-J-10.
- Bubble: De hoogste plek waarbij je in een toernooi geen prijs ontvangt. Alle plekken hoger dan de bubble ontvangen wel prijzen.
- Burn: Het blind wegleggen van de bovenste kaart van het deck.
- Bust out: Een speler moet een toernooi verplicht verlaten omdat hij of zij geen chips meer heeft.
- Buy-in: Het bedrag dat moet worden ingelegd om mee te doen aan toernooi.
Letter C
- Call: Een actie tijdens pokeren waarbij je meegaat en een hoeveelheid chips inzet dat gelijk staat aan de huidige inzet.
- Calling Station: Een speler die vaak callt, maar (bijna) nooit raiset of fold.
- Cap: Een limiet op het aantal toegestane raises.
- Cash game: Een spelsoort waar de chips een bepaalde hoeveelheid geld vertegenwoordigen.
- Check: Een actie tijdens pokeren waarbij je bij jouw beurt niets doet.
- Check-raise: Eerst een check uitvoeren, waarna je een raise plaatst (bets verhogen).
- Chip: Een pokerfiche die een inzet vertegenwoordigt.
- Chipleader: De speler met de meeste chips.
- Coinflip: Een situatie in poker waarbij twee spelers bijna dezelfde kans hebben op een overwinning.
- Cold call: Zowel een bet als een verhoging in één keer callen.
- Connector: Een hand met opeenvolgende kaarten (voorbeeld: 3-4).
- Continuation bet: Een continuation bet / c-bet is het inzetten op de flop, nadat je preflop al hebt geraised.
- Cooler: Verliezen van een sterkere hand, terwijl je zelf ook een sterke hand hebt.
- Counterfeit: De hand van een speler wordt slechter nadat er bepaalde kaarten op het bord komen.
- Cut card: Een kaart zonder waarde die wordt gebruikt om de onderkant van het deck af te schermen.
- Cut-off: De positie rechts van de dealer positie.
Letter D
- Deck: De stok kaarten waar spelers mee pokeren.
- Dominated: Wanneer iemand met zijn hand minder kans heeft omdat iemand anders een betere kicker heeft.
- Draw: Bepaalde kaarten nodig hebben om je hand te verbeteren.
- Drawing dead: Er is geen kans meer om te winnen, zelfs wanneer de hand nog wordt verbeterd.
- Ducks: Een poker term waarmee de hand 2-2 wordt bedoeld.
Letter E
- Edge: Het voordeel hebben tegenover een andere speler, bijvoorbeeld omdat je een betere hand hebt.
- Equity: Jouw aandeel van de pot op basis van je huidige kans om te winnen.
Letter F
- Family pot: Met een family wordt bedoeld dat alle spelers callen en met de hand meedoen.
- Fast Fold Poker: Een spelvariant waarin je, zodra je hebt gefold, direct naar een andere tafel gaat.
- Fish: Benaming voor een slechte speler die vaak verliest.
- Flop: De eerste 3 open kaarten op tafel.
- Flush: Vijf kaarten van dezelfde soort.
- Fold: Fold(en) betekent het weggooien van je hand, waardoor je niet meer meedoet en dus de pot niet meer kunt winnen.
- Full House: 5 kaarten, waarvan drie van dezelfde waarde en twee van een andere zelfde waarde.
Letter G
- Game Theory Optimal / GTO: Hiermee wordt bedoeld: het idee dat je wiskundig gezien ‘perfecte poker’ speelt en dus veel meer potten wint.
Letter H
- Heads-up: Twee spelers die in een 1 tegen 1 situatie zitten.
- Hero call: Benaming voor wanneer iemand met een matige hand callt met de verwachting dat de tegenstander aan het bluffen is.
- Hit: Een bepaalde kaart ontvangen die je hand verbetert.
Letter I
- In The Money / ITM: Het bereiken van het punt waarbij je sowieso in de prijzen valt.
- Inside straight draw: Slechts één specifieke kaartwaarde dat zorgt ervoor dat de draw kan worden gemaakt (voorbeeld: je hebt 4-5-6-8, en hebt dus een 7 nodig voor een straight).
Letter K
- Kicker: Een bijkaart; je hoogste kaart naast je gemaakte combinatie.
- KK: Hiermee wordt een paar koningen bedoeld (beste hand na AA).
Letter L
- Laydown: Andere woord voor folden.
- Limp: De pot beginnen door te callen in plaats van te raisen (alleen het betalen van de big blind).
Letter M
- Main pot: De hoofdpot.
- Monster: Met deze pokerterm wordt een zeer sterke pokerhand welke bijna niet te verslaan is bedoeld.
- Muck: De stapel kaarten die zijn gefold of geburned.
Letter N
- No Limit Texas Hold ‘em: Een spelvariant waarbij er geen inzetlimiet is.
- Nuts: De best mogelijke hand.
Letter O
- Odds: De kans om te winnen.
- Off-suited: Kaarten van verschillende soort.
- Open-ended straight draw: De mogelijkheid om van een draw aan twee kanten (zowel onder- als bovenkant) een straat te maken.
- Outs: De te hitten kaarten die voor een winnende hand zorgen.
- Overcard: Een kaart in je bezit welke hoger is dan de hoogste kaart op tafel.
- Overpair: Een paar dat hoger is dan de hoogste kaarten op tafel.
Letter P
- Pocket kaarten: De (blinde) kaarten die alleen de speler zelf kan zien en gebruiken.
- Pokerface: Populaire term voor een gezichtsuitdrukking die niets weggeeft.
- Preflop: Vóór de flop; inzetten voordat de flop op tafel ligt.
- Premium hands: de sterkste preflop handen.
Letter Q
- QQ: Vrouw-vrouw. Dit is na AA en KK de beste (start)hand.
- Quads: Vier van dezelfde kaarten.
Letter R
- Rabbit hunten: Na afloop de kaarten van het deck omdraaien (om te zien wat er gevallen zou zijn).
- Rainbow: Regenboog; een flop met 3 kaarten die allen een ander symbool hebben.
- Raise: Een actie tijdens pokeren waarbij je de laatste inzet verhoogt.
- River: De vijfde en laatste kaart die na de turn op tafel ligt.
- Runner: Precies de kaarten hitten die je nodig hebt voor het maken van een goede hand.
Letter S
- Scare Card: Een ongewenste kaart, omdat als deze valt, iemand waarschijnlijk de hand verliest.
- Semi-bluff: Een bluf waarbij je nog niets hebt, maar er wel een mogelijkheid is om je hand te verbeteren.
- Shortstack: Weinig chips hebben in vergelijking met anderen.
- Side pot: Overgebleven pot van de inzetten van spelers met extra chips (nadat een van de andere spelers all-in is gegaan).
- Small blind: De verplichte inzet van de speler links van de dealer.
- Split pot: Een gedeelde pot bij een gelijke uitslag.
- Steal: Met een mindere hand de pot ‘stelen’ door niet te folden, maar door te spelen.
- Straight: Een combinatie van vijf opeenvolgende kaarten.
- Straight flush: Een combinatie van vijf opeenvolgende kaarten van dezelfde soort.
- Suited Connector: Twee opeenvolgende kaarten van dezelfde soort.
Letter T
- Tell: Een bepaalde uitdrukking of verandering in gedrag die verraadt hoe een speler zich voelt.
- Three of a kind: Een combinatie van drie kaarten met van dezelfde waarde.
- Turn: De vierde opengedraaide kaart op tafel, welke na de flop komt.
Letter U
- Underdog: Degene met de minste kans om te winnen.
- Under the gun: De positie links van de big blind.
Letter V
- Value bet: Proberen zoveel mogelijk chips in de pot te krijgen, omdat je een goede hand hebt waarmee je verwacht de pot te winnen.
Letter W
- Wheel: De laagst mogelijke straight: 5-4-3-2-A.
- Winning hand: De hand die wint.
Poker termen
Hierboven zijn de bekendste poker termen inclusief betekenis beschreven. Natuurlijk kunnen er altijd andere termen of bepaalde synoniemen die hierboven niet zijn weergegeven bestaan, maar met het bovenstaande heb je een goed overzicht. Het zijn namelijk de termen die in het poker het meest worden gebruikt.